vrijdag 25 februari 2011

Foto niet toegelaten!

VERHAALTJE VOOR HET SLAPEN GAAN

Je kent het ook wel, het gevoel van "nog 10 steken en het is helemaal af". Je begint al afscheid te nemen van je stikmachine en al te dromen van het resultaat. Je wordt zelfs wat weemoedig omdát het bijna gedaan is...

En misschien verprust ook jij het dan tijdens die laatste rechte lijn ook wel eens? Alsof je het expres doet, om toch nog wat langer bij je stikmachine te kunnen blijven.

Deze avond speelden deze gevoelens alleszins bewust en onbewust doorheen míjn hoofd. Ik begon mentaal mijn stikmachine al op te bergen en lag het koude bed reeds te verwarmen toen plots...

Aaaaaaaaaaaaaaaaaai, wat doet daar zoveel pijn?
Wooooooooooooeeeps, dat is wel heel veel bloed!
Eiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiik, zie ik daar een naald uit mijn nagel steken?
Koelbloedig trek ik aan de naald. Wat een meevaller, ze komt er vlotjes uit.
Ietswat verkrampt van de pijn neem ik mijn vinger liefkozend vast met mijn ander hand...
Aaaaaaaaaaaaaaaaaaw, waarom prik ik me nu?
Wat is er aan de hand? (Of is het "in" de hand?)
Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiieeeeeeh, aan de andere kant van diezelfde vinger komt er ook een stuk naald piepen, een grooooooot stuk naald...
Iets minder koelbloedig laat ik een bloedspoor na doorheen het huis op zoek naar een pincet. Trekken maar! Er is echter geen beweging in de naald te krijgen.

"Dag Mevrouw, ziet u deze naald hier uit mijn vinger komen? Zou u aub iemand willen roepen om ze er uit te halen? Mevrouw, even ter info: het doet pijn."
Ik ben intussen in het UZ beland met mijn buurvrouw terwijl de buurman bij de babyfoon waakt en manlief vrolijk, nietsvermoedend, volleybalt.

Ondanks het lachwekkende beeld van een vinger met een halve centimeter naald uit (het draadje zat wel niet meer door het oog van de naald ;-) nam men me serieus genoeg en liet men me niet wachten op m'n beurt.

Een uur later ben ik terug thuis. Foto's toonden immers aan dat ondanks het feit dat de naald midden in mijn vinger afbrak, er toch geen restjes bleven zitten.

De chirurg vroeg me vlak voor ik vertrok nog wat ik ging doen als ik thuis kwam.
Ik wist niet of het dapper was of of ik beschaamd moest zijn toen ik antoordde dat ik mijn naald zou vervangen, mijn laatste tien steken zou stikken en vervolgens mijn koude bed zou opwarmen.

PS: u neemt het me vermoedelijk niet kwalijk dat ik niet eerst even de tijd nam om een foto te nemen om dit verhaaltje op te vrolijken?

Anke

dinsdag 22 februari 2011

Wat moest bewezen worden!

Jaha, ik kan ook wiskundig klinken! Ziehier foto's van mijn would-be piramide. Deze versie is groter dan de versie in de vorige blogpost (van ons rekenkundig wonder), waardoor de wanverhouding duidelijker wordt.




Inderdaad, bovenaan werd er gesukkeld. Hieruit blijkt dat het niet simpel is om met een grote schaar een klein hoekje uit te knippen. Daarop dient niet gelet te worden. Verder werd er ook beslist om de randen te topstitchen, gezien het zakje anders eerder vormeloos door het leven dreigde te gaan.

Steeds tot uw dienst voor het maken van scheve creaties om vanalles te bewijzen,
Lynn

maandag 21 februari 2011

Piramidetasje met ideale maten?

Hebt u dat ook wel eens? Een hype in blogland ... daar gaan we voor! Maar dan toch een kleine teleurstelling: die piramidetas is ... geen perfecte piramide. Bij een kleine versie valt het niet zo hard op, maar bij grotere versies wel. Hebt u dat ook gemerkt? Of valt u -anders dan ik- niet zo over details?

Op foto valt het niet op,
maar de piramide zijn top
staat niet perfect boven
het midden van de bodem
(en als het (bijna) rijmt, is het waar)

Vanuit deze vaststelling heb ik het onderdeel 'rekenen en redeneren' van mijn verstand op volle toeren laten draaien. Eerst ploos ik de (overigens zeer mooie) handleiding van het piramidetasje uit. Een schets op papier bracht de oplossing: een vierkante basisvorm kan onmogelijk een perfecte piramide opleveren*. Wat rekenen, een excelleke en wat knopen doorhakken later kwam ik tot de ideale maten voor een piramidetasje.

Ik twijfelde wat ik met deze informatie aan moest. Een mailtje naar een dame -die van haar winterblogrust geniet- overtuigde me: zet het gewoon op het net en hopelijk willen een aantal mensen experimenteren met deze afmetingen.
rechthoek zonder naad: 9,5 x 11 - met naad: 11,5 x 13    (3)
rechthoek zonder naad: 13 x 15 - met naad: 15 x 17        (1)
rechthoek zonder naad: 16,5 x 19 - met naad: 18,5 x 21  (5)
rechthoek zonder naad: 22,5 x 26 - met naad: 24,5 x 28  (2)
rechthoek zonder naad: 26 x 30 - met naad: 28 x 32        (2)
rechthoek zonder naad: 32 x 37 - met naad: 34 x 39        (4)
(voor de perfecionista's: het nummertje achteraan wijst op de mate van de afwijking, met 1 voor de kleinste afwijking)
Belangrijk om te vermelden is dat je de rits tussen de smalste zijde van de rechthoeken inzet. Anders wordt het een piramidetasje uit Pisa.



* En dan zijn er misschien, heel misschien, mensen in blogland die willen weten hoe ik dit gevonden heb. Of misschien twijfelen aan het deel van mijn hersenen dat redeneert en rekent? Wie er ook zin in heeft, ik schrijf -op vraag- de hele redenering uit. Hou je vast, ik neem u even mee in de wondere wereld van de ruimtemeetkunde.

We starten meteen een zeer wiskundig aandoende tekening van een tetraeder (of de koosnaam van het piramidetasje in wiskundeland).
Hé, niet meteen weglopen he.

Welke vorm heeft elk zijvlak (kijk gerust ook naar uw prachtige piramidetasje)? Inderdaad, een driehoek, vier in totaal. Eén op de bodem en drie rechtopstaande.
Beeld je nu eens in dat de top (ofwel puntje D) naar boven getrokken wordt ... of naar beneden geduwd wordt ... of zelfs opzij. Geen mooi symmetrische figuur, meer, he?

En om de figuur zo symmetrisch mogelijk te maken, moeten we vertrekken van de meest regelmatige driehoeken. Driehoeken die je van alle kanten kunt bekijken: ze zien er altijd hetzelfde uit. Welke zijn dat? (hehe, mijn jufkwaliteiten komen boven) Juist, de gelijkzijdige driehoek.

Op naar de volgende stap. De bekijken opnieuw het piramidetasje. U was misschien wat sceptisch tijdens het maken ervan: hoe kunnen vierkanten nu leiden tot een driehoekig lapje stof? Toen het klaar was, heeft u er waarschijnlijk wat aan gestreken om de vorm wat duidelijker te maken, zo kwamen de driehoeken mooier uit.

Ok, u bent klaar voor de volgende oefening. Beeld je nu in dat je de naden van jouw piramidezakje gewoon weer openmaakt, behalve de rits: die laat je zitten. Dan krijg je dit. De stippellijnen heb jij er net ingeschestreken.
Laat het even tot u doordringen (of neem het van mij aan).

Wat zien we: drie mooi gelijkzijdige driehoeken, waarvan twee op hun kop. De twee delen van de bodem vormen samen de vierde gelijkzijdige driehoek.

Ik kies één driehoek uit: het voorvlak. Dit moet een gelijkzijdige driehoek zijn, dat was onze conclusie eerder.
De zijdes van een gelijkzijdige driehoek zijn alle drie even lang, herinnert u zich dat nog?


U ziet hoe de onderste zijde mooi in twee wordt verdeeld door de rits (= oranje lijn). Omdat we niet graag met kommagetallen of breuken rekenen, kiezen we 2 cm voor de lengte van de drie zijdes.

Ziet u hoe de rits de driehoek verdeelt in twee identieke rechthoekige driehoeken? Ik teken hieronder zo één.
Denk jij intussen maar al eens na welke bekende stelling geldt in elke rechthoekige driehoek. :o)

Zo, het einde is in zicht.
In een rechthoekige driehoek geldt de stelling van Pythagoras. A² + B² = C², weet u nog? A en B zijn de zijden die samen de rechte hoek vormen (ook wel berucht als de rechthoekszijden). C is de schuine zijde. Je moet dus het kwadraat nemen van de lengte van elke zijde en dan op een juiste manier samenvoegen.

De lengte van de zijde die we niet kennen (de rits in oranje), noteer ik als ??.

We bekomen dus 1² + ??² = 2² ofwel 1 + ??² = 4. U ziet ook dat ??² = 3 om de som te doen kloppen, hé?
Zo komen we ertoe dat ?? = de hoogte van onze driehoek = de zijde waar de rits in komt = de vierkantswortel van 3. Dat is bij benadering 1,73 cm.

Ons lapje waaruit we vertrokken zijn zal dus 2 cm x 1,73 cm zijn - of in verhouding groter natuurlijk.
Dit zorgt telkens voor een kommagetal... Ik rondde de verschillende mogelijkheden af naar halve centimeters en zocht de maten met de kleinste afronding.

Wie nog mee las tot hier, ik dank u voor uw moed (het doet mijn juffenhart plezier als je onderaan even zou juichen dat je het einde haalde). Zo ziet u hoe een simpel piramidetasje ons via  ruimtemeetkunde en driehoeken naar Pythagoras leidt. En ik weet dat u dit ooit kreeg op school, mij maak je niets wijs. Maar ik weet ook dat het misschien niet uw meest favoriete bezigheid was toen. :o) 


 
(reken)groetjes,
Nele

woensdag 9 februari 2011

hoe maak ik een stoere zeverlap?

Naailesje: een stoere* zeverlap! 
hmmmm, lesje... eigenlijk gewoon kopie en paste :o)


Beloofd is beloofd, hier komen de patronen en een stap-voor-stap uitleg over de zeverlap! Het nodige materiaal staat in een kleurtje.


1. Print patroon deel 1 en deel 2.
Ik maakte dit inclusief naad (1 cm). Als je een grote zeveraar hebt, kan je nog wat extra naad toevoegen.

2. Kies twee stofjes uit.
Het is een goed idee om minstens één stofje wat dikker te kiezen (handdoekstof, fleece, dikke trico), het is toch de bedoeling om de zever op te vangen, niet?

3. Knip je twee lapjes stof uit, vouw ze dubbel, leg patroondelen erop, (overnemen) en knippen maar.

(4.) Als je sluit met velcro, kan je die stukjes er nu al op stikken. Als je voor drukknopen kiest, verstevig je de hoekjes best met vlieseline.

5. Nu moet je kiezen: zichtbare afwerking, of niet.


MOGELIJKHEID 1: zichtbare afwerking (en sneller klaar)
  • Leg de stofjes op elkaar met de goede kanten naar buiten.
  • Speld de randen mooi op elkaar.
    Je merkt het goed, de stof van de voorkant is groter, maar de randen zijn wel hetzelfde als de randen van de stof aan de achterkant. 
  • Werk de randen af, bv. met overlock, biais, zigzag, ...
    Tip: leg de voorkant boven, zodat je goed ziet of je geen stukje meestikt. 
  • Knoop opzetten en klaar!


MOGELIJKHEID 2: onzichtbare afwerking
  • Leg de stofjes op elkaar met de goede kanten naar binnen.
  • Speld de randen mooi op elkaar. Zeker doen, want de stof van de voorkant is groter. De randen zijn wel hetzelfde als de randen van de stof aan de achterkant.
    TIP: speld eerst de duidelijke punten (zoals midden boven en onder, flapjes) en dan de rest ertussen.
  • Stik de twee delen aan elkaar.
    Laat een gaatje (5 cm of meer) open om te keren.
    Tip: leg de voorkant boven, zodat je goed ziet of je geen stukje meestikt. 
  • Knip de 'buitenbochten' in door kleine driehoekjes uit te knippen, knip de binnenbochten in door knipjes te geven, telkens tot vlak naast je stikking (anders krijgt je frommels bij het keren en doorstikken - dank aan Hanneke voor de tip).
  • Draai binnenstebuiten/buitenstebinnen door het gaatje.
  • Naai het gaatje dicht of topstitch het hele boeltje.
  • Knoop opzetten en klaar!

Met dank aan Lynn en Hanna voor het voorbeeldje,
het gezellige zoekwerk naar het patroon
en de eerste twee stoere zeverlapjes!!

En, maakte je ook een stoere zeverlap? We zijn benieuwd naar resultaten!

* (edit) kijk eens naar dit resultaat: zeverlap én bijpassend T-shirt, kan het nog stoerder??
* (edit bis) Hanneke herdoopt haar zeverlap in sijpelslap - super!


Groetjes,
Nele

woensdag 2 februari 2011

zever en ritsen

Maandag circuleerden er twee activiteiten onder de aanwezige juffertjes: ritstasjes en zeverlapjes.


Voor de ritstasjes gebruikten we deze fantastische handleiding.
Sophie C nam de hoekjes weg en zorgde zo voor volume (kleinste versie), ik* maakte de hoekjes rond en zorgde voor een binnenzakje (groene versie) en Anke deed het rechttoe-rechtaan (bloemenversie) waardoor ze nog tijd had voor een aantal haarlinten.



En dan de zeverlapjes. Deze blijken echt nodig voor kinderkens, zoals bijvoorbeeld hier.
Lynn (stitch'lin) maakte de bollenversie (achterzijde fleece) en Hanna de appelblauwzeegroene (achterkant groen, beiden T-shirtstof). En wat hebben we geleerd vandaag?
Gebruik altijd de juiste naald voor de juiste stof!


We leerden onszelf eigenlijk ook om dé perfecte zeverlap na te maken, maar daarvoor hebben we toch even onze hersenen moeten laten werken... Ik vertel u het hele verhaal.

Lynn maakte thuis (alvorens de geboorte van haar zoon - vooruitziend als ze is) al enkele zeverlapjes.



Hanna en Lynn hadden -onafhankelijk van elkaar- hetzelfde modelletje meegebracht dat ze absoluut wilden namaken. Dat wil al wat zeggen, he.

Waarom? Wel, het heeft wat stof teveel aan de nek, waardoor het lapke de zoon in kwestie omtovert in een stoere kerel (in plaats van in een zeverende baby).

Bestudeert u vooral deze foto maar eens.
(en meteen nog eens de foto bovenaan, u ziet, we zijn erin geslaagd om dit na te maken ... oeps, verklap ik al het einde van dit avontuur)

U ziet het, cool it is!
Voor de versie die Lynn er thuis van maakte, werkte ze twee keer met het patroon van de achterkant. Zeker niet onverdienstelijk: drie handige zevelapkes als resultaat (zie hoger). Maar ... de extra stof ontbreekt, en dat mysterie wilden we toch wel oplossen maandag.

Lynn, Hanna en ik braken ons hoofd erover en slaagden erin om het patroon na te maken. Hoera!
Dit waren onze ideetjes:
1. we maken patroon voor halve slab
2. achterkant: gewoon overnemen, klaar
3. voorkant: we verhogen de 'middellijn' met 6 cm
4. gefoefel met lintjes als 'meetlat', overnemen van de lijn aan de sluiting, ... leverde ons het perfecte (we willen niet onbescheiden zijn, maar het is wel echt perfect) patroon op!

Zoals ik al zei, en nu met enige trots herhaal: scoll naar boven en aanschouw de twee stoere zeverlapjes mét stof te veel aan de nek!

Als iemand het patroon en een werkbeschrijving wil, laat maar iets weten, dan schrijf ik een handleidinkje.



Zo samen aan projectjes werken is toch echt wel leuk en inspirerend.
Dit moeten we vaker doen!

Groetjes,
Nele

* eerlijkheid gebiedt me op te biechten dat ik het groene ritstasje hierboven zondagavond al maakte en maandag werkte aan een variant van de Eloleokringlooptas met geïntegreerd ritstasje, maar die is nog niet af ... wordt vervolgd!